Wetenschappelijke achtergrond

Met Leerbaas.app dragen we bij aan de zelfontplooiing van leerlingen.

We maken gebruik van wetenschappelijke inzichten over gedragsverandering en online leren. Op deze pagina vertelt ervaren psycholoog en gedragswetenschapper Dr. Nicolet Theunissen hier meer over.

Theorie

Meten van competenties

De Check jezelf vragenlijsten zijn met behulp van technieken uit de psychometrie gemaakt. Psychometrie is een wetenschap die zich bezighoudt met de technieken van het meten van psychologische fenomenen zoals kennis, vaardigheden, attituden, eigenschappen en persoonskenmerken. Het resultaat is een vragenlijst of enquête die echt meet wat er gemeten moet worden. Daarmee kan ook gecontroleerd worden of interventies het gewenste effect hebben.

Leren

Zelfsturend leren

Uit de (leer)psychologie kennen we het begrip zelfsturend leren. Met zelfsturend leren heb je de controle over je eigen leerproces met als resultaat een succesvolle leerervaring. Je leest er alles over in de blog Alles over ‘Zelfsturend leren’. De vragenlijst Zelfsturend leren bestaat uit zeven competenties:

  1. Eigen regie (‘Zelf kiezen’): je bent in staat zelf de controle te nemen over eigen leerproces: waar, wanneer, wat, hoe en met wie.
    • Voorbeeld: In de afgelopen week koos ik zelf op welke manier ik wilde leren.
  2. Leerstrategieën (‘Zelf plannen’): je denkt na over een persoonlijk leerdoel en plant de weg er naartoe.
    • Voorbeeld: In de afgelopen week paste ik mijn planning aan, als dat nodig was.
  3. Sociaal leren (‘Samen leren’): je doet een beroep op je sociale omgeving die kan bestaan uit leeftijdsgenoten of begeleiders.
    • Voorbeeld: In de afgelopen week hielp ik anderen als zij mij om hulp vroegen bij het leren.
  4. Reflecteren op je leren (‘Nadenken over je leren’): je denkt na over hoe je leert en ontwikkelt.
    • Voorbeeld: In de afgelopen week dacht ik na over mijn eigen manier van leren.
  5. Reflecteren op je schoolwerk (‘Nadenken over je vakken’): je bekijkt waar je het voor doet en dat maakt het belangrijk voor je.
    • Voorbeeld: In de afgelopen week dacht ik na over welk vak ik beter wil kunnen.
  6. Motivatie voor leren (‘Willen leren’): je wil graag nieuwe dingen leren en begrijpen. Je stopt er tijd in om beter te worden.
    • Voorbeeld: In de afgelopen week wilde ik graag beter worden in mijn schoolvakken.
  7. Zelfvertrouwen (‘Kunnen leren’): je hebt heb er vertrouwen in dat je je schoolwerk goed doet. Je weet zeker dat je nog beter kunt worden in je vakken.
    • Voorbeeld: In de afgelopen week had ik vertrouwen in wat ik kan.

Richting, Ruimte, Ruggensteun

Een school kan het zelfsturend leren van leerlingen stimuleren op drie manieren:

  1. Richting: de school heeft een duidelijk beeld van wat zij van haar leerlingen verwacht en deelt dat op een begrijpelijke en toegankelijke manier: we gaan die kant op!
    • Voorbeeld: Mijn school vertelde wat er dit jaar van mij verwacht wordt.
  2. Ruimte: de school biedt leerlingen voldoende ruimte om op een voor hen passende manier aan de slag te gaan met leren en om zelf met nieuwe ideeën te komen: ga je gang!
    • Voorbeeld: Mijn school gaf mij de kans om op mijn eigen manier te leren.
  3. Ruggensteun: de school herkent, erkent en waardeert de inspanningen van leerlingen wanneer zij hun best doen zichzelf of hun prestaties te verbeteren: we steunen je!
    • Voorbeeld: Mijn school hielp mij om te zien wat ik al goed kan.

Er zijn twee varianten: de vragenlijst RRR algemeen en RRR speciaal gericht op creatief vermogen: Creatieve richting, ruimte, ruggensteun.

Creatief vermogen

Er bestaan veel verschillende definities van creativiteit en geen enkele wordt universeel geaccepteerd. Daarom heeft TNO op basis van onderzoek acht competenties geformuleerd voor de vragenlijst Creatief vermogen:

  1. Doelgericht: je hebt aandacht voor het resultaat en reflecteert kritisch op proces en product.
  2. Doorzetten: je zet door als het moeilijk wordt en kunt omgaan met onzekerheid.
  3. Anders durven zijn: je verkent een pad, ook als anderen dat niet zo’n goed idee vinden of anders werken.
  4. Vindingrijk: je bedenkt verschillende oplossingen, speelt met mogelijkheden en gebruikt je intuïtie.
  5. Reactie krijgen: je vraagt feedback op je idee, halfproduct of eindproduct.
  6. Reactie geven: je geeft feedback op idee, halfproduct of eindproduct van anderen.
  7. Trost op je werk: je weet wat je bedoelt met je werk en kunt dat uitleggen.
  8. Nieuwsgierig: je vraagt jezelf af hoe iets zit en of dingen wel zijn zoals ze lijken.

Burgerschap

Leerbaas.app kan ondersteunen bij burgerschap-ontwikkeling door:

  • Groei stimuleren: Door het invullen van de vragenlijsten en het lezen van de feedback, ontdekken leerlingen en studenten wat belangrijk is en zullen ze daar bewust of onbewust meer op letten.
  • Gemeenschappelijke taal: De vragenlijsten, scores en feedback geven woorden aan positief gedrag en een betere wereld. Hierdoor kunnen leerlingen of studenten en docenten makkelijker het gesprek aangaan over burgerschap.
  • Laten zien dat de school burgerschap belangrijk vindt: Het meten van de ontwikkeling is zelf ook al een boodschap: dit nemen we als school serieus. Daarbij is het belangrijk dat leerlingen steun van de school ervaren en weten binnen welke kaders ze verantwoordelijkheid mogen nemen.

Lees er meer over in de blog Burgerschap en Leerbaas.app.
De vragenlijsten die hierbij horen zijn — naast Richting Ruimte Ruggensteun — Positief gedrag en Betere wereld.

Positief gedrag

Als je Positief gedrag wilt meten, dan is het handig om eerst te weten wat dat is. Positief gedrag is dat wat je doet. Dat kan iets zijn wat anderen zien, maar ook iets wat alleen jijzelf merkt. Positief gedrag is gedrag dat positieve gevolgen heeft voor jezelf en je omgeving. Het wordt daarom ook wel ‘wenselijk gedrag’, ‘goed gedrag’ of ‘deugden‘ genoemd. Het gedrag waar vroeger je ouders of docenten blij mee waren en het gedrag waar anderen je complimenten over geven. Je leest er meer over op de speciale positief gedrag pagina. Er zijn zes competenties rondom Positief gedrag, ook wel de zes Mensrollen genoemd:

  1. Een Aardig Mens maakt het gezellig! Zo’n mens kan zich goed verplaatsen in anderen en is daardoor vriendelijk en sympathiek. Positief gedrag dat een Aardig Mens veel beoefent, is bijvoorbeeld: vriendelijkheid, empathie en hoffelijkheid.
  2. Een Dapper Mens komt voor je op! Zo’n mens gedraagt zich moedig en veerkrachtig, niet alleen voor zichzelf maar ook ter bescherming van anderen. Positief gedrag dat een Dapper Mens toepast, is bijvoorbeeld vastberadenheid, assertiviteit en zorgzaamheid.
  3. Een Enthousiast Mens gaat ervoor! Zo’n mens zet zich met besmettelijk veel energie in voor duidelijke doelen. En die mogen groot zijn! Positief gedrag dat een Enthousiast Mens inzet, is bijvoorbeeld daadkracht, creativiteit en passie.
  4. Een Zorgvuldig Mens weet van aanpakken! Zo’n mens werkt met veel aandacht en integriteit aan de opgepakte taken. Positief gedrag dat een Zorgvuldig Mens beoefent, is bijvoorbeeld geduld, doorzettingsvermogen en rechtvaardigheid.
  5. Een Evenwichtig Mens staat er gewoon! Zo’n mens is zelfverzekerd, kent zichzelf en bekijkt de dingen positief. Positief gedrag dat een Evenwichtig Mens toepast, is bijvoorbeeld zelfvertrouwen, optimisme en tevredenheid.
  6. Een Dankbaar Mens bewondert het leven! Zo’n mens ziet het grote geheel, is bescheiden over de eigen rol en voelt zich verbonden met de wereld. Positief gedrag dat een Dankbaar Mens doorleeft, is bijvoorbeeld wijsheid, bescheidenheid en spiritualiteit.

Betere Wereld

Voor een betere wereld hebben de Verenigde Naties 17 Sustainable Development Goals (SDG’s), in het Nederlands Duurzame Ontwikkelingsdoelen, opgesteld. Het kan nog best een uitdaging zijn om aan alle 17 SDG’s te werken. Daarom hebben we de persoonlijke acties die nodig zijn voor deze 17 SDG’s, op basis van wetenschappelijk onderzoek, gegroepeerd in acht SDG-actiethema’s die terugkomen in de vragenlijst Betere wereld:

  1. Verdedig mens en planeet: je komt in actie voor gelijke behandeling, gaat geweld tegen en komt op voor wat juist is.
  2. Leef als een hippie: je maakt bewuste keuzes die zorgen voor een gezond en duurzaam bestaan.
  3. Verbeter de wereld: je houdt je ogen open voor wat er speelt in de wereld en denkt na over wat er beter kan.
  4. Bescherm de natuur: met jouw acties zorg je ervoor dat bossen blijven bestaan, dieren veilig zijn, en onze zeeën vrij zijn van afval.
  5. Gebruik duurzame energie: je kiest voor groenere energiebronnen, je bespaart waar je kunt en gaat vervuiling tegen.
  6. Kies voor eerlijk delen: je kiest bewust aan wie of welk bedrijf jij je geld uitgeeft.
  7. Zorg voor mensen: je hebt aandacht voor de mensen in je omgeving. Door jou voelen ze zich gezien.
  8. Steun onderwijs: je steunt scholen wereldwijd voor een leven lang leren voor iedereen.

 

Publicaties

Leren

Altijd en overal leren

Zelfsturend leren

Richting, Ruimte, Ruggensteun

Creatief vermogen

Burgerschap

Positief gedrag

Betere wereld

Inloggen